de selectieve werking van antibiotica

De gifstoffen van micro-organismen werken tegen concurrerende soorten.
De soorten die in een ander organisme (plantaardige of dierlijke gastheer) leven, maken een gif dat niet schadelijk is voor hun gastheer.
Dit onderscheid (selectiviteit) is mogelijk doordat de bacteriecel en andere cellen in bouw verschillen. De meeste bacteriën bezitten, bijvoorbeeld, rond de cel een dikke wand, terwijl de cellen van schimmels, planten en dieren rond de cel alleen een dunne membraan bezitten. De gifstof die inwerkt op een onderdeel (aangrijpingspunt) van de celwand van bacteriën, werkt niet op het celmembraan van schimmels, planten of dieren, waaronder de mens.


bacterie met dikke celwand (rood)