• het landelijke afvalstoffenbeleid (Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021, LAP2) wil oncontroleerbare situaties juist voorkomen. Het LAP wijst het gebruik van niet-bodem-eigen afvalstoffen pertinent af, helemaal wanneer deze afkomstig zijn van derden 1). Volgens het beheerplan ligt inzet van afvalstoffen niet voor de hand bij agrarisch gebruik van de bovengelegen grond. Het gebied tussen Hengelo en Enschede is voornamelijk agrarisch, dus is een pilot onder het terrein van Twence niet nodig.

• Ook de provincie Overijssel richt zich op de bescherming van de kenmerken, kwaliteiten en waarden van de ondergrond tot in de verre toekomst (> 100 jaar). Men streeft naar verbetering in plaats van verslechtering van de huidige toestand van de ondergrond 2). De unanimiteit waarmee de Provinciale Staten in september 2015 de injectie van afvalwater, afkomstig van gaswinning, in de ondergrond van Twente beëindigd wil zien, geeft aan dat er geen politiek draagvlak is voor de verwerking van toxisch afval in de ondergrond.
  

• De Structuurvisie Ondergrond Drenthe, die landelijk als voorbeeld geldt, gaat een stap verder en wijst opslag van gevaarlijk afval in zoutkoepels expliciet af. Volgens deze provincie zijn zowel de diepere als de minder diep gelegen zoutkoepels ongeschikt voor de opslag van stoffen van welke aard dan ook, omdat de cavernes met de tijd vervormen onder invloed van de druk: "Hiermee wordt het principe van terugneembaarheid van (afval)stoffen in de diepe ondergrond geschonden" 3).

• Net als de meeste provincies en gemeenten in Nederland, hebben de provincie Overijssel en de gemeenten Hengelo en Enschede zich uitgesproken tegen schaliegaswinning 4). Dit toont aan dat de politiek over het algemeen niet (meer) bereid is voor korte-termijn-opbrengsten lange-termijn-risico’s in de ondergrond te creëren.
  

Terug naar: beginpagina gevaarlijk afval in ondergrond

Ga naar: actuele ontwikkelingen rond de Pilot Stabilisatie Cavernes Twente