de urgente noodzaak van een integraal stoffenbeleid

De REACH wetgeving is eind 2006 geïmplementeerd. Onzeker is wat van dit voorstel in de praktijk over is gebleven na jaren bikkelharde belangenstrijd.
 
Meer dan 50 jaar worden industriële stoffen in grote hoeveelheden geproduceerd en wereldwijd verspreid. Tot op heden is geen enkele mondiale strategie voor risicomanagement van deze stoffen en hun omzettingsproducten geïmplementeerd.


Europa is momenteel niet in staat het milieu en de bevolking adequaat te beschermen tegen gevaarlijke stoffen. Behoefte bestaat aan een instrument waarmee het dagelijkse contact van de bevolking met de vele gezondheidverstorende, slecht afbreekbare en zich in milieu en lichaam ophopende stoffen beperkt kan worden. Ook is een informatievoorziening van het publiek over de stofrisico’s noodzakelijk1).

Het voorzorgsprincipe is een leidend principe bij het maken van Europese milieuwetgeving, waaronder ook een nieuw stoffenbeleid. Het voorzorgsprincipe geeft de beleidsmakers de bevoegdheid te reageren op verdenkingen van de schadelijkheid van een chemische stof. Het principe is een enorme potentiële verschuiving in de milieubesluitvorming, maar het is door de EEG tot nog toe niet vertaald in praktische doelen.

Het Europese Milieubureau, de Europese Consumentenorganisatie en andere maatschappelijke organisaties, hebben hiertoe een aantal concrete doelen voor een duurzaam Europees stoffenbeleid geformuleerd2):

1. Een volledig recht om te weten welke stoffen aanwezig zijn in producten.
2. Een limiet waarbij alle stoffen op de markt een onafhankelijke veiligheidsbeoordeling moeten hebben gehad. Elk gebruik van stoffen zal moeten worden goedgekeurd en veilig moeten worden bewezen binnen redelijke twijfel.
3. Een geleidelijke afvoer van onafbreekbare of bio-accumulerende stoffen.
4. Een vereiste om minder veilige stoffen te vervangen door veiligere alternatieven.
5. Een verbintenis om voor 2020 op te stoppen met alle vrijlatingen van, voor het milieu, schadelijke substanties.

Een geïntegreerde aanpak, zoals mondiaal is overeengekomen in de Agenda 21 voor duurzame ontwikkeling, betekent niet alleen dat gewerkt wordt aan een afdoende wetgeving en controlemechanismen. Ook de traditionele methodiek van kennisverwerving, techniekontwikkeling, productie en handel vraagt alle aandacht. In een duurzame samenleving kunnen deze activiteiten niet meer ten nadele zijn van huidige en toekomstige generaties van alle organismen op deze wereld.

 

1) Boye, 2002, Chemicals in Our Daily Life, European Environment Bureau (EEB), European Consumers organisation (BEUC).
2) De European Environmental Bureau (EEB), de European Consumers Organisation (BEUC) en andere maatschappelijke organisdaties, 2000, Copenhagen Chemicals Charter, Chemicals Under The Spotlight International Conference Copenhagen 27-28 October 2000, www.eeb.org/activities/chemicals/Copenhagen-Chemicals-Charter2310.pdf

Foto: Julio Cesar Mulatinho Flickr.com