5. groene farmacie - voorlichting & educatie
 
Voorlichting en educatie over het gebruik van (groene) medicijnen maakt uitsluitend deel uit van een op voorzorg of preventie gerichte zorgcultuur. Het is een onderdeel van een totale boodschap waarin gezondheidsbevordering bij mens en dier voorop staat, en waarin het gebruik van medicijnen als een laatste hulpmiddel wordt gepresenteerd. Een medicijn, hoe noodzakelijk soms ook, verzacht veelal alleen het symptoom van de kwaal of ziekte. In veel gevallen zijn gedragsverandering en lichamelijke & geestelijke rust belangrijker voor herstel en versterking van het lichaam.
 
Voorlichting en educatie zijn gericht op erkenning en zo mogelijk aanpak van de oorzaak van ziekte en kwalen. Natuurlijke processen en ongemakken, zoals speelsheid en gering concentratievermogen bij kinderen, pubertijd, adolescentie, examenvrees, hoogtevrees, wagen-, zee- en luchtmisselijkheid, menstruatie, kaalheid, rimpels, impotentie, overgang & menopauze en ouderdom, worden niet als een medisch en chemisch probleem gezien. Mensen kunnen van jongs af aan leren met frustraties om te gaan. Zij kunnen in eerste instantie zelfstandig in het eigen gedrag naar oplossingen zoeken, in de plaats van zich blindelings te verlaten op oplossingen buiten zichzelf, bijvoorbeeld in de vorm van pillen en andere medische zorg.
 
In een "groene gezondheidszorg" wordt daarnaast een genuanceerd beeld gegeven van de verschillende risico’s van een medicijn voor mens en milieu. Ook wordt inzicht gegeven in de maatschappelijke kosten die gebruik en misbruik van medicijnen met zich meebrengt.

Wat kunnen (dieren)artsen, apothekers, zorgverzekeraars, Gemeentelijke Gezondheidsdiensten, andere gezondheidsvoorlichters, en overheden nu al doen?

Algemeen (humaan)

  1. Uit onderzoek (2013) blijkt dat in Nederland de huidige generatie volwassenen minder gezond is dan vorige generaties volwassenen. Oorzaken zijn welvaartsziekten zoals overgewicht en daaraan gerelateerde diabetes en hart- en vaatziekten 1). Wereldwijd zijn hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaak van overlijden, handicaps, en verlies van arbeidsproductiviteit, bij steeds jongere mannen en vrouwen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is deze pandemie met leefstijlverbetering, op het gebied van roken, voeding, beweging en stress, heel goed tegen te gaan. Gezondheidsbevordering of ziektepreventie dient zich daarom meer te richten op leefstijlverbetering. Ook is verminderde omgang met hormoonverstorende stoffen in dit verband noodzakelijk (zie hieronder). Deze preventie zal reeds voor de geboorte aan moeten vangen en tot hogere leeftijd voortgezet moeten worden. Hier ligt niet alleen een taak voor politici en gezondheidspersoneel, maar ook voor de burger zelf 2).
  2. Artsen krijgen kleinere praktijken, en zorgverzekeraars vergoeden preventie beter en voor alle patiënten. In Nederland zijn 2350 patiënten nodig voor een norminkomen van een arts. In Denemarken is dat 1400. Met minder patiënten kan een arts meer aandacht besteden aan preventie 3). Preventie dient zich op de gehele bevolking te richten 2). Ter aanvulling worden speciale preventieconsulten voor risicogroepen (met name vrouwen en mannen met geringe opleiding) en preconceptie-consulten voor vrouwen ingevoerd 3). Goede samenwerking met en tussen psychologen, psychiaters en sociale zorgverleners is daarbij essentieel.
  3. In de geneeskunde & verpleegkunde (-opleidingen) meer belang hechten aan lichamelijke, psychische en sociale gezondheidsbevordering.
  4. Via allerlei kanalen op nationaal tot lokaal niveau structureel informatie aanbieden over hoe met alledaagse klachten om te gaan 4).

1) Hulsegge G et al 2013, Today’s adult generations are less healthy than their predecessors: generation shifts in metabolic risk factors: the Doetinchem Cohort Study, European Journal of Preventive Cardiology published online 10 April 2013, DOI: 10.1177/2047487313485512.
2) Perk J (Chairperson) et al 2012, European Guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice (version 2012), European Journal of Preventive Cardiology 19(4) 585–667, http://cpr.sagepub.com/content/19/4/585.
3) Vos Hedwig, in Kwant L de 2013, Huisarts bereikt risicovrouwen goed, Medisch Contact 68(12)596-598.
4) Zie bijvoorbeeld Dijk P van 2009, Thuisdokteren, Uitgeverij Heinen. Zie voor een internetversie: http://www.dokterenonderdedom.nl/index.php?pid=60; en Dijk P van 1982, Zachte technieken in de huisartsenpraktijk, Ankh Hermes.

Algemeen (veterinair)

  1. In voorlichting voor de veeteelt meer aandacht besteden aan welzijn en weerstand van de dieren zelf. Bijvoorbeeld, herstel van de genetische variatie; diversificatie van te houden dieren; aanpassing van leefruimtes & installaties; en gevarieerde diervoeding 1). De keus voor duurzame veeteelt betekent veelal ook een keuze voor niet-medicinale therapieën en groene pillen.

1) Zie bijvoorbeeld Smolders, G, Van der Werf J en Kijlstra A, Ook zonder antibiotica, V-focus, febr 2005, p. 26-27; en www.biokennis.nl. Praktijkvoorbeelden: http://www.bioveem.nl/index.asp?projectinfo/novelties/oosterhof_celgetal.asp of http://www.bioveem.nl/Projectinfo/Novelties/Elderink_Diergezondheid.asp

Omgang met medicijnen (humaan & veterinair)

  1. Het nuanceren van het medicijn als “de oplossing” en door te wijzen op de risico’s en maatschappelijke kosten van verkeerd gebruik en misbruik.
  2. Het besef versterken dat milieuzorg gelijk staat aan gezondheidszorg. Milieuvervuiling door industriële stoffen, waaronder meerdere soorten medicijnen, met een hormoonverstorende werking wordt in toenemende mate in verband gebracht met chronische welvaartsziekten, zoals borst- en prostaatkanker, ADHD, onvruchtbaarheid bij man en vrouw, astma en andere allergieën, obestias, hartziekten en diabetes type II 1). Gebruik van en milieuverontreiniging met medicijnen versterkt resistentie van ziekte verwekkende organismen tegen deze middelen. De toenemende medicijnresistentie zorgt er voor dat steeds minder medicijnen effectief zijn. Door het wijdverbreide gebruik van deze middelen worden nieuwe medicijnen steeds sneller onwerkzaam.
  3. Het betrekken van het milieu- en volksgezondheidsaspect in voorlichting en educatie ten behoeve van verantwoord medicijngebruik bij mens en dier. Hiermee ontstaat een synergie tussen beide boodschappen: medicijnen zijn stoffen waarmee om meerdere redenen niet verantwoord genoeg kan worden omgegaan.
  4. Het inzichtelijk maken van de ecologische en sociale voetafdruk van humane en veterinaire medicijnen (kwaliteit water, bodem, voedsel en lucht; extra belasting volksgezondheid).
  5. Informeren over mogelijke maatregelen (inkoopbeleid/keurmerk?) tegen de sociale en ecologische keerzijden van het huidige productieproces van medicijnen.
  6. Openbare apothekers, ziekenhuisapothekers en apotheekhoudende dierenartsen kunnen een centrale rol spelen in de bewustwording en aanpak van medicijnvervuiling 2). Zij kunnen artsen, psychiaters, zorgverzekeraars, drogisterijen, detailhandel, de siervis-branche en zorgvrager adviseren over milieu-gunstige alternatieven met dezelfde therapeutische werkzaamheid. Ook kunnen zij groene medicijnen in het assortiment opnemen.
  7. De indirecte risico’s voor milieu en volksgezondheid van het medicijn opnemen in het besluitvormingsproces tussen arts en patiënt (shared decision making) 3). Patiënten zijn graag goed geïnformeerd over de keerzijden en alternatieven van een behandeling 4). Een bruikbare leidraad voor deze voorlichting is het “informed consent” 5).

1) Bergmann Å et al (Eds) 2013, State of the science of endocrine disrupting chemicals - 2012, WHO/UNEP report.
2) Keil F (ed) 2008, Pharmaceuticals for human use: options for actions for reducing the contamination of water bodies. A practical guide. Institute for Social-Ecological Research (ISOE) Gmbh, www.start-project.de.
3) Paling J 2003, Strategies to help patients understand risks, BMJ 327:745-8, in Legemate DA en J Legemaate 2010, Het preoperatief informed consent, Ned Tijdschr Geneeskd. 154:A2492.
4) Timmermans B et al 2004, Different formats for communicating surgical risks to patients and the effect on the choice of treatment. Patient Educ Couns. 54:255-63; Weijden van der T et al 2006, Dus alles is goed dokter? Hoe informeer ik mijn patiënten over grote en kleine risico’s, Huisarts en Wetenschap, 49(11):785-790; Legemate DA en J Legemaate 2010, Het preoperatief informed consent, Ned Tijdschr Geneeskd. 154:A2492, http://www.ntvg.nl/publicatie/Het-preoperatief-informed-consent/volledig
5) Arcares, GGZ Nederland, LEVV, NPCF, Wgbo 2004, Van wet naar praktijk – Deel 2, informatie en toestemming, KNMG Utrecht; Legemate DA en J Legemaate 2010.

> naar 6. verkoop