hormoonverstorende stoffen
 
Hormoonverstorende stoffen (ook: endocrine disruptors, endocriene verstoorders, hormoonontregelaars, xeno-oestrogenen, of pseudo-hormonen) zijn synthetische stoffen die in het lichaam werken als natuurlijke hormonen omdat hun chemische structuur (gedeeltelijk) overeenkomt met die van natuurlijke hormonen. Vele duizenden hormoonverstorende stoffen worden in gebruiksproducten verwerkt en komen vervolgens in lichaam, lucht, water en bodem terecht. Ook ontstaan ze tijdens verbranding, met name van producten die chloor bevatten. Bekende hormoonverstorende stoffen zijn dioxines, furanen en PCB’s (verbrandingsproducten), ftalaten (weekmakers in kunststoffen) en bisfenol-A (ondermeer gebruikt voor composiet in de tandheelkunde).
 



dioxine

hormoonverstoorder



ftalaat

hormoonverstoorder


natuurlijk hormoon

De chemische structuur van dioxines en ftalaten heeft overeenkomsten met die van natuurlijke hormonen

Hormoonverstorende stoffen remmen of bevorderen de productie of afbraak van natuurlijke hormonen en blokkeren, stimuleren of imiteren natuurlijke hormonen en hun receptor-eiwitten. Net als natuurlijke hormonen beïnvloeden ze in nauwelijks meetbare concentraties allerlei lichaamsprocessen, zoals deling van cellen, aanmaak van eiwitten e.d. Hormoonverstorende stoffen worden door het lichaam niet als hormonen herkend en (in tegenstelling tot natuurlijke hormonen) niet geblokkeerd. Hierdoor kunnen ze overal op een ongecontroleerde manier hun werking uitoefenen. Doordat de meeste hormoonverstoorders slecht afbreekbaar en vetoplosbaar zijn, hopen ze zich in het lichaam op. Ze blijven langer (maanden en jaren) in het lichaam actief dan natuurlijke hormonen (minuten). Hierdoor kunnen hormoonverstoorders, ondanks hun veelal zwakkere hormoonwerking, een relatief grote invloed hebben op natuurlijke processen, als groei, ontwikkeling en afweer tegen ziekten.
 
Deze veelal synthetische hormoonontregelaars hebben een bijzonder grote invloed op de huishouding van de geslachtshormonen. Met name tijdens de foetale ontwikkeling en direct na de geboorte zijn de geslachtscellen en hun receptor-eiwitten honderd keer gevoeliger voor hormonen en hormoonverstorende stoffen dan op hogere leeftijd. Dit heeft een biologische reden. Omdat de eerste foetale cellen erfelijke informatie moeten doorgeven mag daar niets aan mankeren. Bij de minste of geringste afwijking zouden deze cellen af moeten sterven om te voorkomen dat verkeerde informatie wordt gekopieerd in de nieuw aan te maken cellen. Wanneer nu ook het mechanisme dat de afwijking moet registreren is aangetast, sterven de cellen niet af en blijft de fout in de erfelijke informatie behouden en wordt zichtbaar als een kanker, misvorming of andere afwijking, zie afbeelding.


misvorming veroorzaakt door de pseudo-hormoon dioxine (Vietnam)


Doordat tijdens en na de zwangerschap vetreserves worden aangesproken is de belasting van mens en dier met daarin opgeslagen hormoonverstorende stoffen en andere gifstoffen juist in deze kwetsbare periode het hoogst. Verschillende kankers en afwijkingen aan de geslachtsorganen hebben hun oorsprong in deze vroege levensfase.