naar een duurzame samenleving
 
Gedurende afgelopen eeuwen heeft een beperkte kennisvorming, communicatie en samenwerking tussen individuen en groepen, een niet-duurzame samenleving voortgebracht. De klassieke vormen van economie, politiek, wetgeving, wetenschap, onderwijs, industrie en gezondheidszorg, zijn hier het resultaat van. Sinds de 80-er jaren leidde dit toenemende collectieve besef ook tot afspraken om meer voorzorg in de economie op te nemen. Het concept "duurzame ontwikkeling" werd geïntroduceerd, al is de duurzaamheidsgedachte bepaald niet nieuw. De meest gebruikte definitie van het duurzaamheidsconcept is dat alle huidige en toekomstige generaties wereldwijd het fundamentele recht hebben op een leefomgeving (milieu) dat de gezondheid en welzijn ten goede komt1).
 
Duurzame ontwikkeling wordt in 1987 door de World Commission on Environment and Development (Brundtland-Commissie) in de internationale politiek geïntroduceerd. Volgens deze commissie moesten, niet alleen economische, handels-, landbouw- en industriële doelen, maar ook de duurzame ontwikkelings- doelstellingen en het voorzorgsprincipe, tot de bevoegdheden behoren van de instellingen die zich bezighouden met de (inter)nationale politiek2). Sindsdien is dit op brede schaal gebeurd.
De uitvoering van de deze doelstellingen ondervindt echter veel vertraging, omdat de maatregelen weerstand oproepen bij hen die de veranderingen zien als een (persoonlijk) verlies in plaats van een (collectieve) winst.



1) Our Common Future, The World Commission on Environment and Development, 1987; in NL, Onze aarde Morgen, Lannoo, 1990.
2) De verklaring van Rio De Janeiro inzake milieu en ontwikkeling, Conferentie van de Verengde Naties inzake milieu en ontwikkeling, 1992.