1. groene farmacie - ontwikkeling
 
In de ontwikkeling van ‘groene pillen’ kunnen meerdere trajecten worden onderscheiden:
Onafhankelijk van het ontwikkelingstraject worden groene medicinale moleculen, inclusief hulpstoffen (additieven), geselecteerd op of ontworpen volgens de volgende criteria:
  • snelle afbraak en geringe (milieu)toxiciteit, zowel in het lichaam van doelorganismen (mens, vee, huisdier), als in het lichaam van niet-doelorganismen;
  • hoge selectiviteit, of te wel geringe bijwerkingen en interacties met andere medicijnen en andere stoffen, ook bij mensen en dieren met en minder goed ontwikkelde ontgifting (zoals bij kinderen) en verminderde ontgifting en uitscheiding (zoals bij ouderen);
  • geen resistentievorming;
  • geen vorming van schadelijke metabolieten en andere omzettingsproducten;
  • goede afbreekbaarheid in milieu, rioolwaterzuivering en drinkwaterzuivering.

Naast groene pillen zijn er andere ontwikkelingen in de gezondheidszorg die als doel hebben de patiënt minder te belasten met medicijnen en tegelijk gunstig zijn voor het milieu en daarmee de volksgezondheid. Het betreft onder meer de ontwikkeling van:
Wat kunnen universiteiten en producenten nu al doen?
  1. Meer aandacht voor en onderzoek naar effectieve interventies voor ziektepreventie/gezondheidsbevordering
  2. In de ontwerpfase van medicijnen het milieuaspect meenemen.
  3. Meer waardering van en onderzoek naar niet-chemische therapie en diagnose.
  4. Onderzoek naar mogelijkheden tot dosisverlaging, o.a. door middel van micro/nano-kristalisatie.
  5. Onderzoek naar afbreekbaarheid en milieugedrag van bestaande synthetische medicijnen.
  6. Onderzoek naar inzet van placebo’s en effect gerichte communicatie.
  7. Onderzoeken of voor, vanuit milieuoogpunt, problematische medicijnen binnen het scala van bestaande synthetische medicijnen alternatieven voor handen zijn met dezelfde therapeutische werking.
  8. Onderzoek naar praktische bruikbaarheid in de zorgsector van bestaande milieuclassificaties van synthetische medicijnen.
  9. Systematische analyse, volgens wetenschappelijke criteria, van reeds uitgevoerd klinisch fytotherapeutisch onderzoek, en uitvoering van grootschalig klinisch onderzoek waarin fytotherapeutische medicijnen worden vergeleken met conventionele medicijnen.
  10. Fytotherapeutische medicijnen en hun hulpstoffen onderzoeken op metabolieten, bijwerkingen, resistentievorming, afbraak, milieutoxiciteit en gedrag in waterzuivering.
> naar 2. testfase


l) Zoals bijvoorbeeld een 90% dosisverlaging van cytabarine bij leukemie, Löwenberg B et al 2011, Cytabarine dose for acute myeloid Leukemia, The New England Journal of Medicine 364(11)1027-1036.
w) Waarde de H et al 2011, Bottom-up preparation techniques for nanocrystals of lypophylic drugs, Pharmaceutical Research 28(5)1220-1223, zie ook de begeleidende poster.
b) Bensing JM and W Verheul, The silent healer: the role of communication in placebo effects. Patient Education and Counseling 80(3)293-299.
v) Verheul W, A Sanders and J Bensing, The effects of physicians’ affect-oriented communication style and raising expectations on analogue patients’ anxiety, affect and expectancies. Patient Education and Counseling 80(3)300-306.
i) Ingelman-Sunderberg 2001, Pharmacogenetics: an opportunity for a safer and more efficient pharmacotherapy, Journal of Internal Medicine 250, 186-200.